VERANDERINGEN | Overzicht | ||||||||||
Differentiaalquotiënt | |||||||||||
UitlegKies nu een interval van de vorm [4, 4 + h] waarin h steeds kleiner wordt. Het differentiequotiënt is dan het hellingsgetal van de koorde door de punten P (met t = 4) en Q (met t = 4 + h).
Op het interval [4;4,01] is het differentiequotiënt: Je kunt de intervallen steeds kleiner maken en het differentiequotiënt uitrekenen.
Het lijkt er op dat het differentiequotiënt steeds dichter in de buurt van 9,6 uitkomt, naarmate de rechtergrens van het interval dichter bij 4 komt. |
|||||||||||
Inleiding | |||||||||||
Uitleg | |||||||||||
Theorie | |||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||
Opgaven | |||||||||||