VECTOREN EN GONIOMETRIE | Overzicht |
Sinus, cosinus en tangens | |
VoorbeeldJe ziet hier ΔABC met ∠A = 30°, ∠B = 45° en AC = 4 cm. Bereken de lengte van AB. Antwoord
Zonder rechte hoeken kun je niet met sin, cos en/of tan werken.
Vat je AC als vector op, dan zijn AD en DC de componenten daarvan:
Vervolgens heb je geen goniometrie nodig om te bedenken dat |CB| = |CD| = 2. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Opgaven | |