VERANDERINGEN | Overzicht | ||||||||||
Differentiaalquotiënt | |||||||||||
Voorbeeld 1Gegeven is de functie f met f(x) = 4 – x2. Bereken het differentiaalquotiënt voor x = 1 en beschrijf de betekenis van dit getal. AntwoordMaak een rij met differentiequotiënten door bij het interval [1,1 + h] voor h steeds kleinere waarden te kiezen. Bijvoorbeeld:
Deze rij getallen lijkt te naderen naar: f'(1) = –2. |
|||||||||||
Inleiding | |||||||||||
Uitleg | |||||||||||
Theorie | |||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||
Opgaven | |||||||||||