Voorbeeld
Gegeven is op [0,2π] de functie f met
f(x) = cos(x).
Het vlakdeel V wordt ingesloten door de x-as en de grafiek van f. Bereken de oppervlakte en de omtrek van V en de inhoud van het omwentelingslichaam dat ontstaat door V om de x-as te wentelen.
Antwoord
Inhoud: I(V) =
Omdat cos(2x) = 2 cos2(x) – 1, geldt: cos2(x) = + cos(2x).
De integraal wordt daarmee: = = 0,5π2.
|
|