Uitleg
Je ziet hier de grafiek van f(x) = .
Je kunt voor p de waarden –10, –9, ... 8, 9, 10 (behalve 0) kiezen.
Merk op:
-
Als p > 1 geldt:
- Df =
en Bf = ;
- de grafiek stijgend is voor alle x uit het domein;
- de grafiek hoort door (0, 0) en (1, 1) te gaan;
- de vergelijking f(x) = a één oplossing heeft als .
-
Als p < –1 geldt:
- Df =
en Bf = ;
- de grafiek dalend is voor elke x uit het domein;
- de grafiek horizontale asymptoot y = 0 en verticale asymptoot x = 0 heeft;
- de vergelijking f(x) = a één oplossing heeft als .
Kijk nog eens goed of je grafische rekenmachine dezelfde grafieken geeft.
Er kunnen verschillen zijn. Merk ook op dat de grafiek in de buurt van x = 0 niet altijd helemaal netjes wordt gemaakt.
|
|