STATISTIEK | Overzicht |
Verzamelen en ordenen | |
UitlegVaak heb je met veel verschillende waarnemingen te maken. Veel ervan hebben frequentie 1. Je maakt dan een klassenindeling. Zorg dat je ongeveer 10 klassen krijgt om mee te werken.
Is het kleinste meisje 1,51 m is en het langste 1,98 m, kun je klassen maken met een
klassenbreedte van 5 centimeter. De klassen sluiten altijd op elkaar aan.
Het noteren van klassen gebeurt ook wel anders.
Wordt een indeling in aantallen bijvoorbeeld gestart met 15 – 16 en de tweede is 17 – 18, dan spreken je van de "vanaf... tot en met..." notatie.
Voor continue kwantitatieve variabelen gebruik je vaak de "vanaf... tot..." notatie. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Opgaven | |