Uitleg
Stel je wilt het snijpunt van de lijnen l: x + 2y = 8 en m: 3x – 4y = 12 berekenen. Daarvoor bestaan meerdere methodes:
- Methode I:
Je kunt beide vergelijkingen herschrijven naar de vorm y = ...
Je kunt dan beide uitdrukkingen in x gelijk stellen en de vergelijking die ontstaat oplossen.
- Methode II (substitutiemethode):
Je schrijft een van beide vergelijkingen in de vorm x = ... of y = ...
Hier lukt dat gemakkelijk met l: x = 8 – 2y.
Dit vul je dan in de andere vergelijking in: 3(8 – 2y) – 4y = 12.
En hieruit bepaal je de y-waarde van het snijpunt en vervolgens de x-waarde.
- Methode III (balansmethode):
Je kunt ook beide vergelijkingen optellen of aftrekken links en rechts van het isgelijkteken. Maar daar heb je alleen wat aan als dan of de x of de y als variabele wegvalt. Zo bijvoorbeeld:
wordt:
Tel je nu beide vergelijkingen links en rechts van het isgelijkteken op, dan krijg je: 5x = 28 en dus x = 5,6.
De bijbehorende y-waarde vind je uit 5,6 + 2y = 6.
Dit zijn drie methodes om een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden op te lossen.
|
|