VERANDERINGEN | Overzicht | ||||||||||
Differentiequotiënt | |||||||||||
Voorbeeld 2Een hardloper houdt onderweg zijn tussentijden bij:
Gedurende de eerste 10 minuten liep hij 3,5 km.
Op welk van deze twee tijdsintervallen liep hij het best? Antwoord
Op het interval [0,10] geldt:
Op het interval [10,15] geldt:
Hoewel hij dus op het tweede tijdsinterval een kleinere afstand aflegt, is zijn gemiddelde snelheid er hoger. Met behulp van differentiequotiënten kun je de prestaties eerlijk vergelijken. |
|||||||||||
Inleiding | |||||||||||
Uitleg | |||||||||||
Theorie | |||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||
Opgaven | |||||||||||