VERANDERINGEN Overzicht
Differentiequotiënt

Voorbeeld 1

Gegeven is de functie f met voorschrift f(x) = 4 – x2.

Bereken het differentiequotiënt op het interval [0,2] en beschrijf de betekenis van dit getal.

Antwoord

Het differentiequotiënt op het interval [0,2] is:

Δy Δx = f(2)f(0) 20 = 04 2 =2

Je ziet dat het differentiequotiënt gelijk is aan het hellingsgetal van het lijnstuk AB. Het is de gemiddelde verandering van de functiewaarden op het interval [0,2]. Het geeft dus de toename of de afname van f(x) per eenheid van x weer.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven