Theorie
Hier zie je de grafiek van een functie y = f(x) op [–2,4].
Als je de waarden van x met een vaste stapgrootte h laat toenemen,
kun je daarbij een tabel maken van de toenames van de functiewaarden.
Als h = 1 dan ziet die tabel er zo uit:
x |
–2 |
–1 |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
y |
26 |
42 |
46 |
44 |
42 |
46 |
64 |
|
|
16 |
4 |
–2 |
–2 |
4 |
16 |
Het toenamendiagram maak je hiernaast.
Telkens is de toename van de functie .
Bij h = 1 geldt daarom voor de toenames .
En dat laatste is weer handig als je het functievoorschrift weet.
Je kunt dan je GR gebruiken en invoeren Y1=f(X) en Y2=Y1(X)–Y1(X–1), waarin f de gegeven functie is. En dat levert een toenametabel op.
|