Voorbeeld 3

Uit een toenamediagram kun je de grafiek van de functie weer samenstellen. Je moet daarvoor wel een punt van die grafiek weten, anders weet je niet waar te beginnen.

Hier zie je een toenamediagram met stapgrootte 0,5.
Voor de bijbehorende functie f geldt: f(0) = 10.
Hierbij hoort het punt P(0,10) van de grafiek van f.
Teken nu punten van de grafiek van f door de x-waarde van P te veranderen.
Kijk vooral goed hoe de punten links van het "beginpunt" ontstaan.

Hoe de grafiek van f nu precies moet lopen weet je niet. Mogelijk wordt het een vloeiende lijn door de getekende punten.