Voorbeeld
Gegeven is de functie f met .
Leg uit hoe de grafiek van f kan ontstaan uit die van y = x–1 en bereken de snijpunten met de assen en de asymptoten.
Antwoord
Hier zie je de grafiek van f met als venster [-34,-26] × [–700,900].
Je vindt dan verder:
-
het snijpunt met de y-as:
f(0) = dus dit wordt (0, );
-
snijpunt met de x-as:
f(x) = 0 als en dus als x + 30 = 2.
Dit geeft x = –28 en dus als nulpunt (–28, 0).
-
verticale asymptoot:
delen door 0 geeft geen reëel getal, dus x + 30 ≠ 0;
als x = –30 heeft de grafiek een verticale asymptoot.
-
horizontale asymptoot:
als x een heel groot (negatief) getal is, dan is
en dus wordt dan f(x) ≈ –100;
de horizontale asymptoot is y = –100.
|
|