Theorie
Een functie van de vorm f(x) = a(x – p)2 + q, noem je een kwadratische functie (als a ≠ 0).
De grafiek van elke kwadratische functie ontstaat door een transformatie van de grafiek van y = x2.
De grafiek van elke kwadratische functie is een parabool met top (p, q) en symmetrieas x = p.
Als a > 0 is de grafiek een dalparabool.
Als a < 0 is de grafiek een bergparabool.
De kwadratische vergelijking a(x – p)2 + q = u
kun je herschrijven tot: (x – p)2 = c.
- Als c > 0 zijn er twee oplossingen.
- Als c = 0 is er één oplossing.
- Als c < 0 zijn er geen oplossingen.
Je vindt die oplossingen door worteltrekken.
|
|