MACHTSFUNCTIES | Overzicht |
Eigenschappen van machtsfuncties | |
Voorbeeld 3Los op: . Antwoord
Omdat f(x) =
is ook hier sprake van een machtsfunctie. Los nu op: x–4 = 4. Oplossing: , dus x ≈ 0,71 V x ≈ –0,71.
In de grafiek is de oplossing van de ongelijkheid af te lezen: Merk op dat je x = 0 uitzondert omdat voor deze waarde de functie f niet gedefinieerd is. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Voorbeeld 4 | |
Applet | |
Opgaven | |