EXPONENTIËLE - EN LOGARITMISCHE FUNCTIES Overzicht
Logaritmische functies

Voorbeeld

Gegeven is de functie f met f(x) = x ln2(x).

  1. Bereken algebraïsch de extremen van f.
  2. Bereken de coördinaten van de punten op de grafiek van f waarin de raaklijn evenwijdig is aan de lijn met vergelijking y = 3x.

Antwoord

Om de grafiek te kunnen tekenen stel je vast dat het domein 0,  en het nulpunt (1,0) is.

De afgeleide van f is: f'(x) = ln2(x) + 2 ln(x).

De extremen vind je uit ln2(x) + 2 ln(x) = 0.
Dit geeft ln(x) · (ln(x) + 2) = 0, dus ln(x) = 0  V  ln(x) = –2 en dus x = 1  V  x = e–2.
Dus zijn de extremen min.f(1) = 0 en max.f(e–2) = 4e–2.

In de tweede vraag is het gegeven te vertalen in f'(x) = 3.
Dit geeft: ln2(x) + 2 ln(x) = 3 en dus ln2(x) + 2 ln(x) – 3 = 0.
Dit levert op: ln(x) = 3  V  ln(x) = –1 en dus x = e3  V  x = e–1.
De gevraagde punten zijn (e3,9e3) en (e–1,e–1)

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven