HOEKEN EN AFSTANDEN | Overzicht |
Cirkels en hun middelpunt | |
Voorbeeld
Gegeven zijn de punten A(0,3), B(2,6) en C(5,4). (Door de punten te verplaatsen kun je meer situaties oefenen.) AntwoordStel eerst vergelijkingen op van de middelloodlijnen van (bijvoorbeeld) AB en BC.
De juiste waarde van r2 vind je door een punt van de cirkel (bijvoorbeeld A(0,3)) in te vullen voor x en y. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Lijn en cirkel | |
Opgaven | |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |