VECTORMEETKUNDE Overzicht
Lijnen en hoeken
Sorry, de GeoGebra Applet start niet. Zorg dat Java 1.4.2 (of een nieuwere versie) actief is. (klik hier om Java nu te installeren)

Voorbeeld

Bereken de hoek die de lijn l: 4x + 3y = 12 maakt met de lijn m door de punten A(–2,1) en B(4,3).

» Antwoord

De snelste manier om een richtingsvector van l te vinden is het aflezen van een normaalvector uit de vergelijking. Die normaalvector is ( 4 3 ) , dus een richtingsvector van l is ( 3 4 ) .

Van lijn m vind je een richtingsvector vanuit de twee punten waar hij door gaat.
Een richtingsvector van m is ( 42 31 )  =  ( 6 2 ) .

Met behulp van het inproduct van beide richtingsvectoren vind je de hoek ertussen.
Het wordt een stompe hoek van ongeveer 108,4°. Ga dit zelf na.
En ga ook na, dat de hoek tussen beide lijnen dus ongeveer 71,6° is.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Voorbeeld 4
Opgaven