| VECTORMEETKUNDE | Overzicht |
| Lijnen en hoeken | |
Uitleg
Als je de vector langer maakt zie je punt A over een rechte lijn bewegen.
Dit noem je een vectorvoorstelling van de lijn waar A op ligt. Elk punt A op de lijn heeft coördinaten (0 + 2t,2 + t). Je kunt gemakkelijk nagaan dat deze coördinaten voor elke waarde van t ook aan de vergelijking voldoen. Vergelijking en vectorvoorstelling zijn beide geschikte manieren om een lijn te beschrijven.
Opvallend is dat uit de vergelijking –x + 2y = 4 meteen een vector is af te lezen die loodrecht op de lijn staat, namelijk = , de normaalvector van de lijn. |
|
| Inleiding | |
| Uitleg | |
| Theorie | |
| Voorbeeld 1 | |
| Voorbeeld 2 | |
| Voorbeeld 3 | |
| Voorbeeld 4 | |
| Opgaven | |
|
|
|