Theorie
Een vector is een grootheid met lengte en richting. Hij heeft een lengte r en een richtingshoek α, de hoek die de vector met de gekozen hoofdrichting maakt. In een assenstelsel is de hoofdrichting de positieve x-as en wordt de richtingshoek linksom (tegen de wijzers van de klok in) gemeten.
De vector heeft x-component vx en y-component vy, de kentallen van de vector. Ze kunnen zowel positief als negatief zijn.
Je noteert de vector als = .
De lengte ervan is || = .
De kentallen van een vector met lengte r en richtingshoek α zijn:
vx = r cos α en vy = r sin α.
Dit geldt voor alle mogelijke hoeken α. Je ziet in de figuur dat het assentelsel het vlak in vier kwadranten verdeelt. Voor hoeken in het tweede kwadrant is de cosinus negatief en de sinus positief. Voor hoeken in het derde kwadrant zijn de cosinus en de sinus beide negatief. Voor hoeken in het vierde kwadrant is de cosinus positief en de sinus negatief.
|