ANALYTISCHE MEETKUNDE | Overzicht |
Hoeken | |
VoorbeeldJe ziet hier een driehoek ABC. Als A = (0,0), B = (5;2,5) en C = (3,4) dan is ∠C een rechte hoek en staan de lijnen AC en BC loodrecht op elkaar. Toon dat aan. » AntwoordDoor de punten te verpaatsen kun je veel meer rechthoekige driehoeken vinden. De berekeningen zijn dan hetzelfde, maar met andere getallen. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
GeoGebra V | |
Opgaven | |