Voorbeeld
Je ziet hier de twee rechten l: 2x – y = 2 en m: x + 3y = 4. Bereken hun snijpunt.
Verder is m een rechte uit de serie mp: x + py = 4.
Door parameter p te variëren kun je ervoor zorgen dat l en mp geen snijpunt hebben. Voor welke waarde van p is dit het geval?
Antwoord
Schrijf de vergelijking van l als y = 2x – 2.
Vul dit in de vergelijking van m in: x + 3(2x – 2) = 4.
Dit geeft x = en dan y = 2 · – 2 = .
Het snijpunt is (;).
Weer schrijf je de vergelijking van l als y = 2x – 2.
Vul dit in de vergelijking van mp in: x + p(2x – 2) = 4.
Dit geeft: (1 + 2p)x = 4 + 2p.
Deze laatste vergelijking heeft geen oplossingen als 1 + 2p = 0.
Dus alleen voor p = –0,5 hebben l en mp geen oplossing.
|