REDENEREN EN BEWIJZEN IN DE VLAKKE MEETKUNDE | Overzicht |
Basisbegrippen | |
VoorbeeldBij een bewijs uit het ongerijmde ga je er van uit dat wat je wilt bewijzen niet waar is. Daaruit leid je een tegenspraak af met het gegeven of met een al bekende stelling. Bewijs hiermee: "Als twee lijnen gesneden worden door een derde lijn en de F-hoeken zijn gelijk, dan zijn die twee lijnen evenwijdig." Bewijs
Bij twee gelijke F-hoeken zijn ook hun overstaande hoeken gelijk.
Neem nu aan dat beide lijnen l en m niet evenwijdig zijn, dus elkaar snijden in S.
Kijk naar twee hoeken tussen de twee lijnen en de derde lijn aan de kant waar S ligt.
Die twee hoeken zijn hoeken van driehoek ASB. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Voorbeeld 4 | |
Opgaven | |