REDENEREN EN BEWIJZEN IN DE VLAKKE MEETKUNDE Overzicht
Basisbegrippen
Sorry, de GeoGebra Applet start niet. Zorg dat Java 1.4.2 (of een nieuwere versie) actief is. (klik hier om Java nu te installeren)

Uitleg

Je weet wel dat de som van de hoeken van een driehoek 180° is. Maar kun je dat ook bewijzen?

Vaak wordt het bewijs als volgt geleverd:

  • Trek door C een lijn evenwijdig aan AB.
  • Bij C vind je dan drie hoeken die samen een gestrekte hoek vormen: een hoek die (Z-hoeken) gelijk is aan ∠A, hoek C en een hoek die (Z-hoeken) gelijk is aan ∠B.
  • Een gestrekte hoek is 180° dus de hoeken A, B en C zijn samen 180°.
Maar dit "bewijs" rammelt nogal. Wat zijn Z-hoeken? Waarom/wanneer zijn die gelijk? En hoe zit het met een gestrekte hoek? Er worden begrippen gebruikt die kennelijk al eerder zijn aangeleerd. En zijn die dan op hun beurt ook goed vastgelegd en zijn hun eigenschappen eerst bewezen?
Voor een goed bewijs moet dat in ieder geval zeker zijn.
Voor een goed bewijs heb je dus nodig:
  • goede afspraken over de betekenis van alle begrippen: goede definities;
  • een aantal goed omschreven uitgangspunten: goede axioma's;
  • goede logische redeneerregels die iedereen hanteert.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Voorbeeld 4
Opgaven