| PERIODIEKE FUNCTIES | Overzicht |
| Sinusoïde als model | |
Voorbeeld 2
Een sinusoïde heeft een maximum van 1 en een minimum van –5. Stel een formule op voor de beschreven sinusoïde. AntwoordDe formule krijgt bijvoorbeeld de vorm y = a sin(b(x – c)) + d of de vorm y = a cos(b(x – c)) + d. De twee punten op de evenwichtslijn liggen een halve periode uit elkaar.
De gevraagde formule is: y = 3 sin((x – ) – 2. |
|
| Inleiding | |
| Uitleg | |
| Theorie | |
| Voorbeeld 1 | |
| Voorbeeld 2 | |
| Voorbeeld 3 | |
| Opgaven | |
|
|
|