PERIODIEKE FUNCTIES Overzicht
Cosinusfuncties

Voorbeeld 2

Los op: cos(x) = –0,8.

Antwoord

Bekijk een deel van de standaard cosinusgrafiek en zet er de lijn y2 = –0,8 bij in. Zorg dat in ieder geval een hele periode zichtbaar is.

Een oplossing is: x = arccos(–0,8) ≈ 2,498 (een exacte uitkomst is er niet).
De tweede oplossing binnen een periode is: x = –2,498.

Alle verdere oplossingen zijn nu te vinden door bij deze twee oplossingen een veelvoud van de periode op te tellen:
x ≈2,498 + k · 2π  V  x ≈ –2,498 + k · 2π   met k een willekeurig geheel getal.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven