PERIODIEKE FUNCTIES | Overzicht |
Sinusfuncties | |
Voorbeeld 1Los op: sin(x) = 0,5 met x in [0,3π]. AntwoordMaak eerst met je grafische rekenmachine de grafieken van y1 = sin(x) en y2 = 0,5 op het gegeven interval.
Een oplossing is: arcsin(0,5).
Op het gewenste interval vind je dan vier oplossingen: Het exacte antwoord is: x = (zie de tabel bij de theorie).
Op het gegeven interval: x ≈ V x ≈ π – V x ≈ 2π + V x ≈ 3π – . |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Opgaven | |