PERIODIEKE FUNCTIES | Overzicht |
Radialen | |
Voorbeeld 3Bepaal met je rekenmachine sin(1), sin(10), sin() en sin(360). AntwoordEr wordt nu in radialen gerekend, want er zijn geen gradentekens. Laat je rekenmachine dan ook in radialen rekenen. Ga na, dat sin(1) ≈ 0,841; sin(10) ≈ 0,544; sin() = 0,5 en sin(360) ≈ 0,959. Hier zie je de grafiek van y = sin(x) met x in radialen. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Eenheidscirkel | |
Opgaven | |