Inleiding
Er zijn veel verschijnselen die zich herhalen in tijd of ruimte.
Bijvoorbeeld een muzieknummer dat je afspeelt met herhaling; een voetbalfragment dat telkens wordt herhaald; zomer en winter; de dagen van de week; een golvend landschap heuvel op heuvel af.
Je noemt dat: periodieke verschijnselen.
Als het verschijnsel ook nog met een functie te beschrijven is,
spreek je van een periodieke functie.
Als je één geschikt stukje kent (de periode) kun je het vervolg helemaal voorspellen.
In dit onderdeel zul je dat voor verschillende soorten van periodieke functies doen.
Je leert nu:
- de periode vaststellen van een periodiek verschijnsel;
- berekeningen maken bij periodieke verschijnselen.
Je kunt al:
- grafieken tekenen met grote getallen op de assen;
- lineaire vergelijkingen oplossen;
- vergelijkingen oplossen met twee of meer oplossingen.
|
|