| Hooglander |
| G |
H |
| 430 |
507 |
| 450 |
523 |
| 490 |
553 |
| 500 |
560 |
| 420 |
500 |
Voorbeeld
De tabel met Meeh-coëfficiënten (zie Voorbeeld 3) is tot stand gekomen door uit te gaan van de formule die het verband tussen gewicht en huidoppervlakte aangeeft: H = c · .
Hierin is H de huidoppervlakte (in dm2) en G het gewicht (in kg) van het dier.
c is de Meeh-coëfficiënt van een bepaalde diersoort.
In de tabel zie je vijftal waarden van G en H van Schotse Hooglanders, een soort koeien. Bepaal de Meeh-coëfficiënt van de Schotse Hooglander.
Antwoord
Breid de tabel uit met een kolom voor G
en een kolom voor .
Als het goed is vind je in de laatste kolom steeds (ongeveer) hetzelfde getal, namelijk 8,9. Dit is de gevraagde Meeh-coëfficiënt.
Voor de Schotse Hooglanders geldt H = 8,9 · .
|