EXPONENTIËLE - EN LOGARITMISCHE FUNCTIES Overzicht
Integralen

Uitleg

Uit de afgeleiden van de exponentiële en de logaritmische functies kun je een hele lijst met primitieven samenstellen.

  • Als f(x) = ex, dan is f'(x) = ex.
    Dus: als f(x) = ex, dan is F(x) = ex + c.
  • Als f(x) = gx, dan is f'(x) = gx · ln(g).
    Dus: als f(x) = gx, dan is F(x) =  1 ln(g) g x  + c.
  • Als f(x) = ln(x), dan is f'(x) =  1 x  (met x > 0).
    Dus: als f(x) =  1 x  (met x > 0), dan is F(x) = ln(x) + c.
    Is echter x < 0, dan is f(x) = – 1 x .
    De primitieve is dan: F(x) = –ln(–x) · –1  + c = ln(–x) + c.
    Dit kun je samenvatten tot: als f(x) =  1 x , dan is F(x) = ln(|x|) + c.
    Nu worden de haakjes van de ln-functie vaak weggelaten!
Moeilijker is het vinden van de primitieve van f(x) = ln(x).
Maar je kunt wel bewijzen dat F(x) = x ln(x) – x + c als afgeleide heeft: F'(x) = ln(x).
En dan heb je toch een geschikte primitieve gevonden.
Vervolgens is f(x) = glog(x) ook niet moeilijk meer te primitiveren...

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Voorbeeld 4
Opgaven