| INTEGRAALREKENING | Overzicht |
| Omwentelingslichamen | |
Voorbeeld
Hier zie je het vlakdeel(tje) ingesloten door de grafieken van AntwoordEerst bereken je de snijpunten van de grafieken: (0,4) en (1,3).
Vervolgens constateer je dat het omwentelingslichaam een soort van hoedje wordt: uit het lichaam dat ontstaat door de grafiek van f op [f(0),f(1)] om de y-as te wentelen wordt de kegel die ontstaat door de grafiek van g op [g(0),g(1)] om de y-as te wentelen weg geboord.
Door haakjes uitwerken en primitiveren vind je: I = π. |
|
| Inleiding | |
| Uitleg | |
| Theorie | |
| Voorbeeld 1 | |
| Voorbeeld 2 | |
| Voorbeeld 3 | |
| Opgaven | |
|
|
|