KANSREKENING Overzicht
Kansen vermenigvuldigen

Voorbeeld

Uit een vaas met 6 rode en 4 blauwe knikkers worden zonder teruglegging twee knikkers getrokken.
Hoe groot is de kans dat de tweede knikker rood is?

Antwoord

Het maakt bij de tweede trekking verschil of de eerst getrokken knikker rood of blauw was. Door niet terug te leggen is immers de oorspronkelijke situatie gewijzigd. De tweede trekking is daarom afhankelijk van de eerste.

De gevraagde kans is
P(R2) = P(R1 en R2) + P(B1 en R2) =
= P(R1) · P(R2|R1) + P(B1) · P(R2|B1) =  6 10  ·  5 9  +  4 10  ·  6 9  =  54 90

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven