Uitleg
Een volledig kaartspel kent 52 kaarten, van elke "kleur" evenveel.
Je trekt aselect uit zo'n kaartspel één kaart.
- De kans op een hartenkaart is:
P(hartenkaart) = want daar zijn er 13 van.
- De kans op hartentwaalf is dan:
P(hartentwaalf) = 0 want zo'n kaart bestaat niet.
- De kans op geen hartenkaart is:
P(geen hartenkaart) = = 1 – .
- De kans op een hartenkaart of een ruitenkaart is:
P(harten of ruiten) = = + .
- De kans op een boer, een aas of een hartenvrouw is:
P(boer of aas of hartenvrouw) = + + = .
Het lijkt er op dat je bij "of" eenvoudigweg de kansen kunt optellen. Maar dat is hier alleen maar zo, omdat de mogelijkheden elkaar wederzijds uitsluiten. Vraag je namelijk naar een hartenkaart of een boer, dan zijn er niet 13 + 4 gunstige mogelijkheden, maar slechts 13 + 4 – 1 vanwege de hartenboer die anders twee keer wordt geteld. "hartenkaart" en "boer" sluiten elkaar niet wederzijds uit.
- De kans op hartenkaart of boer is: P(hartenkaart of boer) = + – = .
|
|