VECTORMEETKUNDE | Overzicht |
Hoeken en lijnen | |
Uitleg
De hoek tussen twee lijnen bereken je door de hoek tussen hun richtingsvectoren te berekenen. Dat doe je met hun inproduct. Als die hoek 90° is, dan staat de richtingsvector van de éne lijn loodrecht op die van de andere. Je zegt dan dat de éne richtingsvector een normaalvector van de andere lijn is. Ga met de applet na (en controleer met het inproduct) dat een lijn met richtingsvector = als normaalvector heeft = of een veelvoud hiervan.
Met behulp van een normaalvector bepaal je snel een vectorvoorstelling van een loodlijn door een bepaald punt op een gegeven lijn. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Opgaven | |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |