Uitleg
Bijzonder handig is het dat de normaalvector van een lijn gemakkelijk uit de vergelijking ervan is af te lezen.
In de figuur zie je de lijn l: –x + 3y = 5.
Een normaalvector is =
Merk op dat de kentallen van deze normaalvector precies de constanten voor x en y in de gegeven vergelijking zijn. Met de applet kun je nagaan dat dit altijd zo is.
Maar narekenen kun je het ook:
–x + 3y = 5 is te schrijven als
y = x + , dus de lijn heeft een richtingscoëfficiënt van en als richtingsvector .
Ga zelf na dat het inproduct van deze richtingsvector met de normaalvector gelijk is aan 0.
|