REKENEN | Overzicht |
Breuken vergelijken | |
Voorbeeld 2
In klas 1A hebben 3 van de 20 leerlingen voor een wiskundetoets een onvoldoende gehaald.
Mag je zeggen dat er in 1B naar verhouding meer onvoldoendes zijn?
In 1A heeft
deel een onvoldoende.
Om beide breuken te kunnen vergelijken maak je ze gelijknamig:
Dus voor deze toets zijn in 1B naar verhouding de minste onvoldoendes gehaald. |
|
Uitleg | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
GGD en KGV | |
Opgaven | |