GRAFIEKEN EN FORMULES | Overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||
Vergelijkingen | |||||||||||||||||||||||||||||||
VoorbeeldLos deze vergelijking op: 20 – 1,50 · x = 30 – 2,25 · x. Maak een tabel en een grafiek van L = 20 – 1,50 · x en R = 30 – 2,25 · x.
Je ziet nu dat de oplossing tussen x = 5 en x = 6 zit. Je maakt dan een nieuwe tabel tussen 5 en 6 met x in één decimaal. Nu vind je dat de oplossing tussen x = 5,7 en x = 5,8 zit. Op gehelen afgerond krijg je x ≈ 6. Wil je nauwkeuriger dan maak je een tabel tussen 5,7 en 5,8 met x in twee decimalen. Je vindt dat de oplossing tussen x = 5,71 en x = 5,72 zit. Op één decimaal wordt je antwoord x ≈ 5,7. Wil je nauwkeuriger dan maak je een tabel tussen 5,71 en 5,72 met x in drie decimalen. En zo kun je eindeloos doorgaan... Deze procedure heet inklemmen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg | |||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Toepassing | |||||||||||||||||||||||||||||||
Opgaven | |||||||||||||||||||||||||||||||