COMPLEXE GETALLEN | Overzicht |
Vergelijkingen | |
VoorbeeldLos de vergelijking (z + 1 – i)6 = –i op. AntwoordDeze vergelijking kun je op dezelfde wijze oplossen als die in het eerste voorbeeld.
Daartoe schrijf je: z + 1 – i = r eiφ en –i = e1,5πi. Ga dat zelf na. Hiermee kun je alle zes de complexe oplossingen vinden. |
|
Inleiding | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Opgaven | |