KROMMEN EN OPPERVLAKKEN Overzicht
Cirkels en lijnen

Voorbeeld

Bereken de hoek die de lijn l: x – y = 4 met de cirkel c: x2 + y2 – 6x + 4y = 0 maakt.

Antwoord

Voer zelf de volgende stappen uit:

  • Bereken eerst de coördinaten van de snijpunten A en B van l en c.
  • Bereken het middelpunt M van de cirkel c.
  • Kies in welk van beide snijpunten je de hoek gaat berekenen tussen l en de raaklijn aan de cirkel in dat punt.
  • Deze raaklijn staat loodrecht op de straal (MA of MB).
  • Bereken nu met behulp van het inproduct de hoek tussen de richtingsvectoren van l en van de raaklijn.

Ga na, dat je nu de gevraagde hoek hebt berekend.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven