VECTORMEETKUNDE | Overzicht |
Vectoren in 2D | |
VoorbeeldGegeven zijn in een cartesisch assenstelsel de punten A(–5,2), B(23,16) en C(28,14). Laat zien dat de vectoren en gelijk zijn. Antwoord
In een assenstelsel is de centrale richting de positieve x-richting. De componenten van zijn daarom –5 en 2, dus = .
Twee vectoren zijn gelijk als hun lengtes en hun richtingshoeken gelijk zijn. heeft dezelfde kentallen en dus dezelfde lengte en richtingshoek. |
|
Inleiding | |
Uitleg | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Voorbeeld 4 | |
GeoGebra VI | |
Opgaven | |