CONTINUE KANSMODELLEN Overzicht
Normaalkromme

Voorbeeld

Voor elke normale stochast X geldt:

  • 68% van de waarden die X kan aannemen ligt tussen x = μ + σ en x = μ – σ.
  • 95% van de waarden die X kan aannemen ligt tussen x = μ + 2σ en x = μ – 2σ.

Controleer deze vuistregels voor de normale stochast X met μ(X) = 500 en σ(X) = 18.

Antwoord

x = μ – σ = 482 en x = μ + σ = 518.
En: P(482 ≤ X ≤ 518) ≈ 0,68.

x = μ – 2σ = 464 en x = μ + σ = 536.
En: P(464 ≤ X ≤ 536) ≈ 0,95.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Practicum
Opgaven