Voorbeeld 1
Je ziet hier (een deel van) de grafiek van een functie y = f(x).
Beschrijf de veranderingen van deze grafiek.
Antwoord
De veranderingen van deze grafiek kun je zo beschrijven:
-
De grafiek is stijgend op het interval
en op het interval .
-
De grafiek is dalend op het interval .
-
Op het interval
vertoont de grafiek afnemende stijging en op het interval
is er een toenemende stijging.
-
Op het interval
vertoont de grafiek toenemende daling en op het interval
is er een afnemende daling.
Verder heeft de grafiek
-
een maximum van 2 voor x = 2: max.f(2) = 2;
-
een minimum van 1 voor x = 4: min.f(4) = 1.
Dit zijn de extremen (uitersten waarden) van de functie.
|
|