Uitleg
Je ziet hier de grafiek van y = gx.
Deze uitdrukking is gelijkwaardig met x = glog(y).
Verwissel je nu x en y, dan krijg je y = glog(x).
De grafiek van deze tweede logaritmische functie ontstaat dus door vanuit een exponentiële functie terug te rekenen (de inverse bewerking uit te voeren) en vervolgens x en y te verwisselen.
De grafiek wordt dan gespiegeld in de lijn y = x.
Kijk maar eens in de applet hoe dit voor verschillende waarden van g klopt.
Beweeg je P over de grafiek van y = gx dan zie je het punt P' dat ontstaat door x en y te verwisselen over de grafiek van y = glog(x) bewegen.
De karakteristieken van een logaritmische functie zijn daarom af te leiden uit die van een exponentiële functie (met hetzelfde grondtal) door x en y te verwisselen. Beide functies zijn elkaars inverse functie.
|