WERKEN MET FORMULES Overzicht
Stelsels

Voorbeeld 3

Een muziekvoorstelling trekt 300 bezoekers. Een kinderkaartje kostte € 2,50 en een kaartje voor volwassenen kostte € 4,50. In totaal is er voor € 1110,00 aan inkomsten door de kaartverkoop.
Bereken hoeveel kinderen er in de zaal zaten.

Antwoord

Noem het aantal kinderen x en het aantal volwassenen y, dan is x + y = 300.
De totale inkomsten zijn 2,5x + 4,5y en dat is samen 1110 euro: 2,5x + 4,5y = 1110.

De vergelijking x + y = 300 kun je schrijven als y = 300 – x.
En de vergelijking 2,5x + 4,5y = 1110 kun je schrijven als y =  5 9 x + 246 2 3 .

Voer je beide vergelijkingen in je grafische rekenmachine in, dan kun je de grafieken bekijken.
Zowel x als y kunnen waarden aannemen vanaf 0 t/m 300, dus de vensterinstellingen liggen voor de hand. De GR kan het snijpunt voor je berekenen: x = 120 en y = 180.

Inleiding
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Voorbeeld 4
Opgaven