EXPONENTIËLE - EN LOGARITMISCHE FUNCTIES
Overzicht
Groeimodellen
Verkennen
Hier zie je in één figuur vier grafieken. De bijbehorende functies zijn:
N
1
(
t
) = 60 · 1,5
t
N
2
(
t
) = 20 ·
t
1,5
N
3
(
t
) =
400
1
+
200
⋅
0,5
t
N
4
(
t
) = 400 – 300 · 0,75
t
Waarom kun je functie
N
3
niet goed als groeimodel gebruiken?
De drie andere functies zijn bekende groeimodellen. Beschrijf bij elk van die drie de wijze waarop de groei verloopt.
Beschrijf bij elk van de groeimodellen het verloop van de groeisnelheid.
Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Voorbeeld 4
Opgaven