KANSEN EN TELLEN Overzicht
Kansen bepalen door experimenteren

Theorie

Als je heel vaak uitvoert onder gelijk blijvende omstandigheden bijvoorbeeld met een dobbelsteen gooit, dan voer je een kansexperiment uit.
Een gebeurtenis is dan bijvoorbeeld het werpen van 5 ogen.

De relatieve frequentie van die gebeurtenis is: het aantal keren dat die gebeurtenis voorkomt het aantal herhalingen van het kansexperiment .

Volgens de experimentele wet van de grote aantallen benadert deze relatieve frequentie (als het kansexperiment eindeloos wordt herhaald) een bepaald getal.
Dit getal noem je de experimentele kans op die gebeurtenis.

Relatieve frequenties zijn ook te bepalen uit statistieken. Dit staafdiagram geeft de relatieve frequenties bij het 600 keer werpen met een dobbelsteen weer. Het is gemaakt door het werpen met de dobbelsteen te simuleren, na te bootsen met de grafische rekenmachine.
(Zie Voorbeeld 2.)
De experimentele kans op 5 ogen is bij benadering 104 600 .

            
Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Practicum GR
Opgaven