Uitleg
Uit deze diagrammen kun je een handige vuistregel afleiden:
|
Met A en B bedoel je dat zowel A als B zich voordoen. Je moet dan de mogelijkheden voor A en B vermenigvuldigen. Met A of B bedoel je dat A of B of beide zich voordoen. Je moet dan de mogelijkheden voor A en B optellen. |
Gooi je met vier geldstukken en is X het aantal keren "kop", dan kun je hiermee de kans bepalen dat je hoogtens twwe keer "kop" gooit.
Als X het aantal keren "kop" is, dan is P(X = 2) = = .
Je kunt een boomdiagram wat compacter maken door de takken in één punt te laten samenkomen. Dan krijg je een wegendiagram. Daarin zie je snel dat er 2 × 2 × 2 × 2 = 16 mogelijkheden in totaal zijn. Alleen zijn de gunstige mogelijkheden nu moeilijker te tellen.
