KANSMODELLEN Overzicht
Binomiale kansverdeling

Uitleg

Kleurenblindheid komt voor bij 8% van de westerse mannen. Of iemand kleurenblind is kun je niet aan zijn uiterlijk zien, dus iedere westerse man die je tegenkomt (en verder niet kent) heeft voor jou een kans van 0,08 om kleurenblind te zijn. Vraag je een willekeurige westerse man of hij kleurenblind is of niet, dan doe je een kansexperiment met precies twee uitkomsten: "nee" als hij niet kleurenblind is en "ja" als dit wel het geval is.
Vraag je 10 westerse mannen naar kleurenblindheid dan voer je dit experiment 10 keer uit: je herhaalt 10 keer hetzelfde experiment.
Noem je de bijbehorende variabele K, dan is de kans dat er 2 kleurenblinden bij zijn:

P(K = 2 | n = 10 en p = 0,08) = 0,082 · 0,928 ·  ( 10 2 )  ≈ 0,1478

Je grafische rekenmachine heeft voor deze berekening een kansfunctie ingebouwd.
Je rekenmachine noemt dit: "binomial probability distribution function".
Daarbij hoef je alleen het aantal herhalingen (10), de kans op "ja" (0,08) en de gewenste waarde van de stochast (2) in te voeren
om direct de kans P(K = 2 | n = 10 en p = 0,08) te krijgen.

Dat de kans op 2 kleurenblinden in deze steekproef zo klein is komt omdat je verwachtingswaarde bij een binomiaal kansmodel ook gewoon 8% van 10 (de steekproefgrootte) is: 0,08 · 10 = 0,8.
Gemiddeld zijn er in een steekproef van 10 Westerse mannen 0,8 kleurenblinden.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Practicum
Opgaven