Voorbeeld
Hier zie je een punt A(a,b) in een assenstelsel. A1 is zijn beeldpunt bij draaien om punt O(0,0) over 90°.
Het is gebruikelijk om af te spreken dat een positieve draaihoek altijd een draaiing tegen de wijzers van de klok in betekent. Wil je met de klok mee draaien, dan wordt de draaihoek negatief.
Met de schuifbalkjes kun je de punt A verplaatsen.
Ga na:
- Bij draaiing om O(0,0) over 90° is het beeldpunt van elk punt A(a,b) gelijk aan A1(–b,a).
- Bij draaiing om O(0,0) over –90° is het beeldpunt van elk punt A(a,b) gelijk aan A2(b,–a).
|
|