METEN EN TEKENEN Overzicht
Diagonaalvlakken

Voorbeeld 2

Het diagonaalvlak ACGE in deze balk heeft in werkelijkheid de vorm van een rechthoek.
De breedte van dit diagonaalvlak is gelijk aan de lengte van lijnstuk AE.
De lengte van dit diagonaalvlak is gelijk aan de lengte van de diagonaal AC van grensvlak ABCD.
Om het diagonaalvlak te kunnen tekenen zoals het er in werkelijkheid uitziet, moet je de lengte van AC meten. En daarvoor teken je eerst ABCD zoals hij in werkelijkheid is: een rechthoek van 6 bij 3. Dat heet op ware grootte tekenen.



En in rechthoek ACGE kun je lichaamsdiagonaal AG meten.
Uitleg
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Toepassing
Opgaven